Door op 5 augustus 2015

VN Klimaatconferentie COP 21 Parijs, 30/11 – 11/12 2015 – Een Introductie

Door Lisanne Groen, penningmeester PvdA Brussel/België
Lisanne is promotieonderzoeker Politicologie op het onderwerp: optreden van de EU in de internationale conventies voor klimaatverandering en biodiversiteit. Institute for European Studies (VUB) – http://www.ies.be/users/lisanne-groen

Wat staat er op het spel?
De toekomst van onze planeet! Klimaatverandering is een feit, een wereldwijd probleem, en leidt nu al tot vele natuurrampen die vooral ontwikkelingslanden treffen. Het kost levens, veroorzaakt conflicten en bijkomende klimaatvluchtelingen. Laag liggende eilandstaten verliezen door de stijging van de zeespiegel langzaam aan hun land. Ook merken we in Europa dat het klimaat verandert: extreme weersomstandigheden zoals heftige regenval, stormen of hittegolven komen vaker voor. Dit heeft onder andere een negatieve impact op onze voedselproductie en gezondheid (denk ook aan de luchtvervuiling in Brussel!). Als de temperatuur op aarde nog verder stijgt dan zij al is gestegen sinds de pre-industriële tijd (door de verdere toename van de mondiale uitstoot van broeikasgassen), dan zullen de hierboven genoemde negatieve gevolgen alleen nog maar versterkt worden.
Daarom hebben de deelnemende partijen (195 landen en de EU) binnen de VN raamwerk conventie voor klimaatverandering (UNFCCC) besloten om de temperatuurstijging ten opzichte van het pre-industriële niveau te beperken tot twee graden Celsius (op basis van wetenschappelijke rapporten van het intergouvernementeel panel voor klimaatverandering; IPCC). Dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan: implementatie schiet nog sterk tekort.

Wat kan COP 21 bereiken?

In Parijs zullen technische onderhandelaars, ministers en staatshoofden en regeringsleiders proberen om een nieuw wettelijk bindend akkoord op papier te zetten en aan te nemen dat in 2020 in werking zal moeten treden (wellicht als een opvolger van het Kyoto Protocol). Dit akkoord zal onder andere bestaan uit de nationale contributies van de partijen die lid zijn van de conventie waarin zij uiteenzetten met welk percentage en hoe zij hun broeikasgasuitstoot terug zullen dringen in het jaar 2025 of 2030 (= ‘mitigatie’).

Hoe staat het ervoor?
Het is nu, op basis van de al ingeleverde contributies door sommige partijen, waaronder de drie grootste uitstoters van broeikasgassen wereldwijd: China, de Verenigde Staten en de EU, al vrijwel zeker dat alle contributies bij elkaar niet voldoende zullen zijn om onder de ‘twee-graden-grens’ te blijven. Daarom is het erg belangrijk dat de partijen hun contributies in de toekomst zullen verhogen. Men denkt over het invoegen van vijf-jaren-cycli in het akkoord, zodat elke vijf jaar de ambitie van partijen omhoog kan worden bijgesteld. Daarnaast is het erg belangrijk dat er op het gebied van ‘adaptatie’, de aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering om beter op deze gevolgen in te kunnen spelen en schade te beperken, toezeggingen worden gedaan in het akkoord van Parijs. Omdat ontwikkelingslanden zeer sterk onder de negatieve gevolgen van klimaatverandering lijden en zelf vaak niet de middelen bezitten om zich hieraan aan te passen, is het erg belangrijk dat ontwikkelde landen hen ondersteuning bieden, in de vorm van financiële middelen, het overdragen van technologie en het opbouwen van capaciteit (kennis en kunde). Een kwestie van internationale solidariteit dus.

De meeste ontwikkelde landen staan tot nu toe nog niet echt te springen om concrete toezeggingen te doen op dit vlak, dus het is afwachten hoe groot hun bijdrage in het akkoord aan deze implementatiemiddelen uiteindelijk zal worden. Ontwikkelingslanden zullen echter zelf weinig actie ondernemen om klimaatverandering aan te pakken zolang zij geen aanzienlijke financiële middelen beloofd krijgen door ontwikkelde landen. Er zullen nog twee officiële onderhandelingssessies van in totaal tien dagen worden gehouden voordat de onderhandelingen in Parijs van start gaan, om de partijen dichter bij elkaar te brengen en de “draft text” voor het akkoord die nu op tafel ligt in te korten. Tot nu toe is dat nog maar zeer mondjesmaat gelukt.

Is er nog hoop?
Gelukkig zijn er bedrijven die een goed voorbeeld laten zien door hun bedrijfsvoering te verduurzamen en te investeren in projecten om klimaatverandering aan te pakken. Zo beloofde IKEA begin juni om 1 miljard dollar te besteden aan duurzame energie en klimaatgerelateerde projecten in ontwikkelingslanden. Ook zijn veel steden en regio’s erg actief in het bevechten van klimaatverandering door middel van verduurzaming. Deze voorbeelden laten zien dat er buiten de VN onderhandelingen veel initiatieven zijn om klimaatverandering aan te pakken. Het zou echter flink helpen als de partijen in Parijs een internationaal akkoord op papier zetten waardoor nationale regeringen worden aangespoord om hun ambitie op het gebied van het reduceren van hun broeikasgasuitstoot vanaf 2020 regelmatig te verhogen (wellicht elke vijf jaar), zodat bedrijven, sub-nationale overheden, etc. voor de lange termijn worden aangespoord om volledig over te schakelen op duurzame energie en te investeren in nieuwe groene technologieën en andere oplossingen die onze planeet leefbaar kunnen houden voor toekomstige generaties.

pvdaduurzaam