Door op 12 november 2014

Een Duurzamere Economie; verslag van het eerste ‘Broodje Sociaal’

Verslag van het eerste ‘Broodje Sociaal’: PvdA lunchdiscussie op 4 november.

Dit was de eerste bijeenkomst in een serie over een duurzamere economie. Volgende week maandagavond, 17 november zetten we deze belangrijke discussie, die ook in het rapport Melkert wordt gevoerd, voort onder het genot van een drankje en in aanwezigheid van Paul Tang.

Louis Meuleman, onze eigen expert op het gebied van duurzame economie (of de circulaire economie zoals hij het liever noemt), gaf een inleiding op het thema, gevolgd door Deputy Secretary General van de PES, Marije Laffeber. Zij trok het thema in het bredere kader van de economische crisis: het belang van een duurzamere economie zou een van de lessen moeten zijn van de crisis en moet dus niet het slachtoffer van die crisis worden.

Tijdens de discussie kwamen drie hoofdzaken aan de orde:

  1. Wat is het probleem en hoe kan dit het beste aan de orde worden gesteld?

  2. Wat zijn mogelijke oplossingen, en hoe vinden we dat de PvdA zich daarvoor inzet?

  3. Waarom is er een rol voor Europa bij dit thema?

Het probleem

Waarom inzetten op een groene economie?

  • Allereerst kan het probleem in economisch zin worden gedefinieerd: economische groei zorgt niet voor meer welvaart. De huidige economie gebruikt teveel grondstoffen en energie die we moeten importeren. Daar staat tegenover dat Europa over het algemeen aan concurrentiekracht verliest dat tijdens de crisis juist de innovatieve bedrijven in de circulaire economie bleven groeien en banen hebben gecreëerd. Dit economische argument is belangrijk om steun voor de nodige investeringen in en duurzamere economie te verkrijgen: it’s good for business!

  • Er is echter ook een moreel argument: de vervuiling en verspilling leidt tot klimaatverandering en een tekort aan grondstoffen voor ons en generaties na ons, maar komt vooral hard aan waar de armoede toch al het grootst is en men geen geld heeft om dijken te verhogen.

  • Ten slotte is er een duidelijk sociaal argument: De korte termijn focus op groei leidt op lange termijn tot banenverlies en tot meer ongelijkheid. Een duurzame economie gaat ook over sociaaldemocratische kernwaarden als gelijke kansen, solidariteit en fatsoenlijke banen. De PvdA laat dit teveel over aan linksliberalen en groenen! De groene economie zal zorgen voor veel nieuwe banen (ook niet groene!): onderhoud, service, reparatie, herontwerp van producten etc. Dit soort sectoren waren al sterk in de crisis maar hebben nog veel meer potentie.

Hoe overtuig je mensen van de noodzaak of het nut?

De ervaring leert dat het idee van een duurzame economie snel in een hokje wordt geplaatst van milieu activisme en daarmee wordt het voor velen (helaas) bedreigend of ontmoedigend (want toch niet haalbaar). Zet dus in op oplossingen die economisch haalbaar zijn en die overtuigen omdat ze onze concurrentiekracht vergroten. Tegelijk is het van belang om de morele en sociale argumenten aan de orde te blijven stellen. Zo kan het draagvlak verder worden vergroot: het is eerlijk en maakt duidelijk waarom het een sociaal-democratisch thema is.

Duidelijk is verder dat dit thema niet alleen vanuit één perspectief kan worden bekeken. Het vraagt om een strategie die beleid t.a.v. milieu, economie en sociale zaken en werkgelegenheid in samenhang brengt. Daar blijken we in Nederland nog niet in geslaagd.

De oplossing

We moeten nu inzetten op transitie naar een duurzame en sociale economie met meer concurrentiekracht, meer banen, minder milieukosten en onafhankelijker van import van energie en grondstoffen. Een nieuwe economie zoals ook voorgesteld door OESO, Wereldbank, innovatieve ondernemingen zoals Unilever (kortom geen linkse of groene hobby) vereist structurele hervormingen.

Hoe?

  • Belastinghervorming van hoge belasting op arbeid naar hoge belasting op grondstoffengebruik en energiegebruik. Daardoor wordt arbeid een stuk goedkoper zonder dat dat ten koste gaat van sociale voorzieningen en fatsoenlijk loon. Deze verschuiving is onderdeel van de discussie in Nederland over belastinghervorming, en ook in andere landen is er steun voor zoiets.

  • Investeringen door overheid en private sector: Grote investeringen met een redelijke terugverdientijd zijn nodig voor de circulaire economie: minder afval, beter watermanagement, duurzaam inkopen en eco-innovatie. Banken zien daar niets in, zelfs de Nederlandse staatsbank ABN-AMRO niet. Daar moet wat aan gebeuren. Juncker’s investeringsplan van 300 miljard waaraan nu in het geheim gewerkt wordt, zou voor de helft moeten bestaan uit investeringen die bijdragen aan de transitie naar de duurzame economie. Een ander idee om publieke investeringen te bevorderen is het idee om deze uitgaven vrij te stellen van de begrotingstoets door de Europese Commissie: zulke uitgaven zouden niet mee moeten tellen voor de 3% norm.

  • Europese afspraken, bijvoorbeeld door doelen te stellen voor grondstoffenefficiëntie. Helaas is tijdens de laatste milieuraad gebleken dat de Nederlandse regering, ook met de PvdA, een remmer is geworden in Europa, terwijl we voorloper zouden moeten zijn!

  • Internationale afspraken: we moeten inzetten op ambitieuze afspraken voor de klimaattop in Parijs van volgend jaar. De PES organiseert al initiatieven om de geesten rijp te maken. De nieuwe Sustainable Development Goals vormen ook een kans. Europa moet het ook “bilateraal” in bijvoorbeeld de dialoog met China aan de orde stellen, zoals de VS dat nu heeft gedaan.

  • Luister naar de voorlopers in het bedrijfsleven: Zij vragen om het stellen van duidelijke doelen en eisen, helderheid is voor hen belangrijker dan het vasthouden aan de status quo. Neem ook een voorbeeld aan innovatieve vormen van crowdsourcing.

Een rol voor Europa

Zoals bij alles lijkt het evident dat er een rol voor Europa is, maar toch is het goed de vraag te stellen. Waarom kan Nederland juist niet beter aan de eigen concurrentiekracht werken? En: waar is Europees optreden legitiem?

Allereerst ligt de oplossing in beslissingen op terreinen waar de EU als geheel iets te zeggen heeft of gezamenlijk sterker kan staan. Dit geldt bijvoorbeeld voor internationale afspraken. Maar ook: het bedrijfsleven vraagt om heldere doelen en normen. Vanwege de interne markt moeten dit soort zaken op Europees niveau worden afgesproken. Ten slotte: onze gezamenlijke concurrentiekracht vergroten levert meer voordeel op dan ieder voor zich. Nederland profiteert bijvoorbeeld mee van meer duurzame banen in Duitsland als bijvoorbeeld toeleverancier. Dit is nu bij uitstek een terrein waarop we kunnen gaan profiteren van de interne markt, in plaats van er onder te lijden


Voortzetting van de discussie

Op maandag 17 november zetten we de discussie voort omdat er genoeg vragen over blijven en we hier ook graag over willen spreken met Paul Tang, die zowel duurzaamheid als economie in zijn portefeuille heeft. Hoe gaat het Europees Parlement om met dit vraagstuk? Alleen aan de orde als milieuvraagstuk? Maar ook: hoe kunnen we private investeringen mobiliseren? Is de terugverdientijd echt economisch haalbaar? Waarom blijft Nederland achter bij bijvoorbeeld buurlanden als Duitsland? We stellen wel dat de circulaire economie een eerlijkere economie is, maar waarom is dat dan zo? Zijn er nog meer nieuwe creatieve oplossingen te bedenken waar de PvdA iets aan heeft in Europa en de landelijke politiek? In de vorm van een politiek cafe, zullen we deze en andere vragen bespreken.

Op onze website vindt u een tweetal artikelen met achtergrond en opinie over het thema voor morgen, alsmede het rapport Melkert waarin een flinke aanzet wordt gegeven voor een nieuwe richting: https://brussel.pvda.nl/artikelen-en-rapporten.

Tenslotte nog een prachtig stukje op de website van RTLZ:
http://www.rtlnieuws.nl/sites/default/files/redactie/public/economievanmorgen/index.html