Rode Salon 4/2017 – Fragiel optimisme
In deze laatste nieuwsbrief van het politieke seizoen, een korte update over de stand van zaken in Europa, Nederland en de afdeling, uiteraard voor zover we er iets mee te maken hebben.
Als eerste een optimistische noot over Europa. Van de gevreesde rechts-populistische electorale golf is minder terecht gekomen dan gevreesd en er zijn zelf aangename verrassingen te melden: Corbyn die met sociale politiek de discussie in het VK inhoudelijk heeft kunnen maken en daarmee stemmen heeft gewonnen, Macron die met intelligentie en moed de Franse verkiezingen overweldigend heeft gewonnen, en een Europese Commissie die met een voorstellen is gekomen om de EU en de Eurozone te hervormen. Los van de merites van alle ideeën op zich (daar kunnen we zeker kritisch over zijn), lijkt er een nieuw elan in het debat over de toekomst van Europa te zijn geslopen. We zijn nu niet meer alleen in het defensief als het over Europa gaat, zowel nationaal als globaal, maar hebben een zekere trots ontdekt is waarvoor we de barricades op kunnen.
Maar dit beeld is te rooskleurig als we over de trendlijnen nadenken. Ten eerste zijn veel van de posities van de populisten gemeengoed geworden, althans in Nederland en ongetwijfeld ook elders. In het vluchtelingendebat, waar de afdeling diverse bijeenkomsten over heeft georganiseerd de afgelopen jaren, wordt de Turkije deal nu door bijna alle partijen als in lijn met de verdragen gezien, hoewel dat maar zeer de vraag is, en immigranten die geen vluchtelingen zijn nu in principe verdacht gevonden. Ten tweede is het optimisme een zeer lokaal fenomeen. In Italië lijkt Berlusconi weer aan een opmars bezig, Roemenië dreigt het nieuwe Hongarije te worden en in België staan de socialisten er ook niet al te best op. Ten derde, en belangrijker nog, is het gevaar dat we in slaap gesust worden en denken dat we er zijn. Er is een ‘pathway’ naar een sterk Europa in de wereld maar we moeten wel als de sodemieter aan het werk om dat pad begaanbaar te maken anders gaat het binnenkort alsnog mis.
Binnen de PvdA woeden de debatten ook nog voort over de oorzaken van de verkiezingsnederlaag en de oplossingen voor de toekomst. Paul Depla heeft zijn onderzoek gepubliceerd over de staat van de partij (hier te vinden: voordetoekomst.pvda.nl) en daar staan veel verstandige dingen in – de PvdA moet van een machtspartij een invloedspartij worden bijvoorbeeld – maar er is nog geen concrete invulling gegeven aan de plannen. Een eerste bijeenkomst nieuwe stijl is inmiddels ook georganiseerd onder de naam ‘Club Rood’ en hoewel het een leuke avond was, met inspirerende sprekers, ontbrak de dialoog nog wel. Het was nog te veel zenden van het podium. Maar een positief eerste begin, hopelijk gevolgd door meer veranderingen in de manier waarop de ledendemocratie is ingericht. Met deze en andere initiatieven die de partij zouden moeten vernieuwen, is over het algemeen duidelijk dat de intenties goed zijn maar de uitvoering nog te weinig aandacht heeft gekregen. Daarom is het belangrijk dat de voorzitter die Hans Spekman opvolgt, hier een prioriteit van maakt. Verderop in de nieuwsbrief de presentatie van een kandidaat uit onze eigen afdeling, Gerard Oosterwijk, die samen met zijn duo-kandidaat Astrid Oosenburg begin september ook bij de afdeling langs zal komen.
In het kader van de verkiezingsnederlaag, heeft ondergetekende een rol in het debat gespeeld die niet door iedereen in de afdeling gewaardeerd is. Vanwege uitlatingen van diverse leiders in de PvdA in de campagne, en met name de uitspraken over het ‘ontwrichtende karakter’ van de duurzaamheidsplannen van GroenLinks, heb ik niet op de PvdA gestemd en dit op mijn persoonlijk Facebook pagina bekend gemaakt, met een uitleg en de expliciete boodschap dat ik lid blijf en me actief voor de partij zal blijven inzetten, wat ik ook heb gedaan sindsdien. Mijn overweging voor mijn keuze was dat het verkiezingsprogramma en de lijst gezamenlijke projecten zijn van leden en partijleiding en ik daar, hoewel ik het niet met alles eens ben, vol achter kon staan. Maar de uitspraken in de campagne strookte volgens mij niet met die afspraken en daar voelde ik me door in de steek gelaten, en ik vond niet dat ik op de lijst kon stemmen. Achter die keuze sta ik nog steeds maar ik realiseer me nu wel dat ik me onvoldoende rekenschap heb gegeven van de vermenging van privé en publiek op sociale media. Ook heb ik me niet goed gerealiseerd welke vertegenwoordigende rol afdelingsgenoten aan de positie van voorzitter toekennen. Het was weliswaar een persoonlijke keuze, die noch door het bestuur noch door de afdeling was ingegeven, maar die persoonlijke keuze heeft wel negatieve gevolgen gehad voor de verhouding tussen sommige leden en de afdeling. Dat was absoluut niet mijn bedoeling en een volgende keer zou ik het dan ook niet weer doen. Tijdens de laatste afdelingsvergadering hebben we ruimte geboden om ook hier over te spreken en ik heb persoonlijk contact gehad met afdelingsgenoten die mij hierop hebben aangesproken maar ik ben meer dan bereid om nog verdere uitleg te geven, bilateraal of tijdens een volgende bijeenkomst.
Tenslotte, is na drie jaar als voorzitter de tijd aangebroken om de voorzittershamer (die is er echt!) in september over te geven aan een volgende enthousiasteling. De traditie binnen PvdA afdeling Brussel/België om met mandaten van drie jaar te werken, hou ik graag in stand en ik merk ook dat die verstandig is. Het is een groot plezier geweest om te proberen de PvdA’ers en andere sympathisanten, of ze nu hier gevestigd of op doorreis zijn, of ze nu Nederlander zijn of van elders komen, actief en op een gezellige manier bij debatten over politiek en maatschappij te betrekken. Maar nu zou ik graag anderen uitnodigen om zich te melden als kandidaat om weer met nieuwe energie, ideeën en inzichten, hier de leukste afdeling ten zuiden van Roosendaal van te maken. Zelf blijf ik zonder meer betrokken bij de afdeling en de partij, in een of andere capaciteit.
Hopelijk tot volgende week op de zomerborrel of anders tot na het reces op onze eerste afdelingsvergadering.
Wouter de Iongh, Afdelingsvoorzitter